Mildheid omtrent duurzaam ondernemen als goed voornemen voor 2021

Aan het begin van elk nieuw jaar formuleren we vaak onze goede voornemens. Het is onze wens dat bedrijven voor 2021 voornemens maken rond duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen. En dat ze – als het minder vlot loopt dan verwacht – aankloppen bij Axudo. Wij ontwikkelen een MVO travel map op maat om bedrijven te begeleiden in het uitstippelen van hun duurzaamheidstraject.

Anderzijds roepen wij op tot mildheid omtrent deze goede voornemens.

In gesprekken, chats, webinars … over MVO merken we regelmatig op dat we de lat voor anderen enorm hoog leggen. Zodra een bedrijf de intentie uit om duurzaam te ondernemen, komt het vergrootglas tevoorschijn. Elke verkeerde beslissing – ja, vergissen is menselijk – krijgt een plek op de publieke schandpaal. Bedrijven lijken ook nooit goed genoeg te doen voor sommigen. In de argusogen van hun omgeving is elke actie er een te weinig.

Axudo roept iedereen op om hier anders naar te kijken. Milder. Meer begripvol.

Natuurlijk is het de bedoeling dat bedrijven die MVO-intenties uiten, er ook effectief mee aan de slag gaan. Idealiter zijn alle duurzame voornemens:

  • zuiver en geen greenwashingpraktijken
  • omzetbaar in concreet meetbare acties
  • ambitieus voor een maximaal effect
  • gericht op een snelle maatschappelijke impact in plaats van winstmaximalisatie

Laat ons vooral onthouden dat elke stap een stap is in de goede richting! Elke actie (hoe klein ook) zet een grote verandering in gang. Als toeschouwers is het onze taak om elke inspanning toe te juichen. Bedrijven zo te motiveren om door te gaan en hun duurzame doelen te realiseren. 

Door bedrijven als trouwe supporters in hun MVO-acties te steunen, versterken we hun motivatie. Ze plannen doelgerichte acties en kondigen enthousiast hun strategieën aan. Zelfzeker en gedragen door hun omgeving.

Dat is ons doel …

Toen we dit schreven, dachten we spontaan aan het artikel van professor-filosoof T. Vandevelde “Mensenrechten in het bedrijfsleven: over de beschavende werking van de hypocrisie”.

Hij heeft het over mensenrechten in de bedrijfswereld en hoe actiegroepen hiermee kunnen omgaan (zie ook bronvermelding onderaan artikel).

Als mensen (n.v.d.r. managers) regelmatig in situaties worden gebracht waarin ze hun goede bedoelingen moeten afficheren, dan zullen ze zich uiteindelijk ook verplicht voelen om hun daden aan hun woorden aan te passen. Slechts heel weinig mensen zijn in staat om consequent lange tijd hypocriet te blijven.

Wat betekenen die woorden als bedrijven aankondigen maatschappelijk verantwoord te willen ondernemen? Mensenrechten maken immers deel uit van elk MVO-beleid. Volgens prof. Vandevelde kunnen we bedrijven dus beter regelmatig bevragen over hun voornemens op het vlak van duurzaam ondernemen, zonder hen te bekritiseren op de specifieke acties (of het ontbreken daarvan). Onze oprechte interesse zorgt er op termijn immers voor dat die bedrijven toch aan de slag gaan. De daad bij het woord voegen en concrete MVO-acties opzetten.

De aankondiging van duurzame intenties op zich is dus de start van een beweging. Laten we zulke mededelingen dus toejuichen. Dankzij onze mildheid duwen we bedrijven en dus ook de maatschappij in de juiste richting.

Welke richting is nu de juiste? Wat is het ultieme einddoel? Voor Axudo is dat de “betekeniseconomie”. Een economie waarin de waarde van bedrijven afhangt van hun impact op de maatschappij. Niet van hun winst, omzet, aandelenkoers …

Wij, MVO-activisten, hebben deels de sleutel tot verandering op zak. Onze mildheid voor bedrijven en hun -al dan niet bescheiden- MVO-plannen betekent een wereld van verschil.

Mildheid voor een duurzamere wereld: hét voornemen voor 2021 … 

Onze allerbeste wensen.

Artikel Professor T. Vandevelde kan je downloaden op onze website.

Antoon Vandevelde, Mensenrechten in het bedrijfsleven: over de beschavende werking van de hypocrisie, in NAUWELAERTS, Ph. e.a. (red.), Mensenrechten in het bedrijfsleven – Toch meer dan windowdressing, Intersentia Rechtswetenschappen, Antwerpen- Groningen, 2001, p. 25 – 34.

You Might Also Like